Blog 3: Zwarte dag

Gepubliceerd op 6 mei 2023 om 14:06

Het examenjaar Is Mitchell aan het overdoen. Mitchell geeft in lessen opnieuw aan dat hij door de prikkels i.v.m. zijn stukje autisme meer tijd nodig heeft voor bijvoorbeeld het assembleren (het in elkaar zetten van een PC). Om dit zelf aan te geven, is al moeilijk genoeg voor hem. Er worden beloften gedaan door diverse leerkrachten, welke uiteindelijk totaal niet konden worden waargemaakt.

Mitchell begint 2 of 3 maanden voor het einde van dat schooljaar voor het eerst zo af en toe te spijbelen. Steeds vaker en steeds langer. Hij gaat dan naar de plaatselijke muziekwinkel om de tijd te overbruggen. Natuurlijk zijn wij hiervan niet op de hoogte.

Ineens komen er absentiekaarten van school per post binnen. Mitchell heeft er al een aantal onderschept maar kan niet voorkomen dat ik er toch 2 zelf op de deurmat vind. Ik vraag waarom deze kaarten binnenkomen en Mitchell komt met een plausibel verhaal.

Doordat inmiddels het DUO achter hem aanzit, zeg ik hem dit op school te regelen omdat er ook financiële consequenties aanzitten. Yep, begint zijn moeder ook nog eens druk uit te oefenen. Maar ja, wij hebben Mitchell altijd proberen bij te brengen om zaken direct te regelen, zodat je dan rust hebt in je hoofd en het ‘los’ kan laten.

Mitchell is op 1 vak na, voor alle andere vakken inmiddels geslaagd.  Hij hoeft alleen dus nog maar examen te doen in assembleren. Hij gaat niet naar dit examen toe en gaat het heel rap bergafwaarts met Mitchell. Donkere gedachten worden gitzwarte gedachten.

Dan is daar ‘de bewuste donderdag, waarop Mitchell zijn wanhoopsdaad verricht.’ Ik doe twee verwoede pogingen om 112 te bellen, wat me niet lukt. Bijna raak ik pas écht in paniek, maar besef dan toch ineens dat ik 112 op mijn vergrendelscherm aan het drukken ben. Vlug toets ik mijn pincode in om mijn scherm te ontgrendelen, toets dan 112 en krijg ik een vrouwelijke centralist aan de lijn.

Inmiddels zitten we in de gang, Mitchell ‘hangt’ op de onderste treden van de trap. De voordeur heb ik open. Een buurman neemt mijn telefoon over. Ik moet Mitchell in een bepaalde houding leggen terwijl mijn hand nog steeds op zijn doordrenkte mouw ligt. Een andere buurman is erbij gehaald. Ik laat hem zien wat er gebeurd als ik mijn hand van Mitchells arm afhaal. Het bloed spuit eruit. Vlug leg ik mijn hand terug. De buurman haalt zijn riem al uit zijn broek om als knelverband te fungeren. De dame van 112 zegt echter dit niet te doen. Om toch iets te kunnen betekenen, haalt hij vast mijn auto van de oprit, zodat het ambulance personeel er straks makkelijker bij kan.

Ik handel en lijk van buiten misschien nog redelijk rustig te blijven, maar van binnen woedt er een enorme tornado. Mitchell zegt: ”sorry mam, sorry”. Als antwoord druk ik een kus op zijn voorhoofd. Wanneer Mitchell nog even dreigt weg te vallen, roep ik “bij me blijven, bij me blijven hoor.”

Dan horen we in de verte de sirenes. Letterlijk een geluk bij een ongeluk, is dat de ambulance maar een dorp verderop is. Het geluid komt steeds dichterbij, totdat de sirenes voor onze deur zwijgen. Er stappen twee broeders uit de ambulance. Zij nemen Mitchell van mij over.

Inmiddels zijn er ook 2 agenten binnen gekomen. Eén van hen vraagt Mitchell wat hij gedaan heeft. “Zelfmoord” antwoord Mitchell. De agent loopt met mij de woonkamer binnen en zegt “sorry mevrouw, dit moeten wij vragen, dat is protocol.”

De agent vraagt me of het gaat? ‘Nee’ antwoord ik en kijk hem hulpeloos aan, alsof hij me uit deze vreselijke horror nachtmerrie kan halen.

De chaos in de keuken en woonkamer is niet te beschrijven. Zoals ik dit nu op aan het schrijven ben, krijg ik alleen nog maar meer ontzag voor hulpverleners dan ik al had. Zij zijn het die toch heel wat ellende te zien krijgen tijdens hun werk.

Er komen al een paar app berichtjes binnen met sterkte wensen van de vriendinnengroep. Eén van de meiden had de 112 melding via de scanner van het werk gehoord. Iedereen leeft overigens ontzettend mee, waar we zeker veel steun uit halen.

Er moeten formulieren ingevuld worden door de agent. Zo goed en zo kwaad als gaat geef ik de antwoorden, af en toe de gang inkijkend waar de ambulancebroeders met Mitchell bezig zijn.

Wanneer zij klaar zijn voor het vervoer van Mitchell, loop ook ik de deur uit. Er komt een buurvrouw ‘van om de hoek’ aan. Door alle drukte van ambulance en politieauto voor de deur begrijpen bewoners wel dat er wel iets ernstigs aan de hand is.

De buurvrouw zegt, heel lief en goed bedoeld overigens, een emmer met sop en dweil te gaan halen om ons huis schoon te maken. Onmiddellijk steekt één van de agenten daar een stokje voor. Er mag niemand onze woning in. Wel krijgt Jos de vraag, die dus net thuis kwam uit zijn werk, of hij nog naar binnen wil om te kijken. Gelukkig heeft Jos geantwoord dat dat niet hoeft.

Ik krijg van een andere buurvrouw nog een knuffel en stap in de ambulance. Ik vraag de bestuurder nog of we niet naar een ziekenhuis kunnen die dichterbij ons dorp ligt. Hij legt echter uit dat er een specialistisch chirurg bij moet komen welke alleen in Zwolle opgeroepen kan worden.

 

Wanneer Jos en ik zoals in blog 1 beschreven, afscheid van Mitchell in het ziekenhuisbed nemen, is het inmiddels nacht. Het ziekenhuis voelt verlaten aan. Hier en daar komen we nog een verpleegster tegen en worden wij naar een uitgang geleid.

Ik stap achter het stuur van de auto van Jos, wat mij nog een cadeautje oplevert. Ik ben geflitst. Maar ach, wat boeit dat. Er is helemaal niets meer wat me nog bezig houdt buiten Mitchell om. Alles lijkt ineens zo ‘onbenullig’.

Als we thuis komen aanrijden zien we naast de voordeur op de oprit ons vloerkleed opgerold, en vuilniszakken met ‘vieze’ doeken. De buurtjes komen naar buiten en we praten hun bij. Zij geven aan hoelang de professionele schoonmakers wel niet bezig zijn geweest in ons huis.

Jos steekt de sleutel in onze voordeur en nee, ik ben niet angstig, maar kan ook niet precies vertellen wat ik dan wel voelde om weer naar binnen te gaan, waar de geur van schoonmaak- en desinfectiemiddelen ons tegemoet komt. Jos en ik ploffen op de bank, maar besluiten dan toch om maar naar bed te gaan. In bed speelt de film zich vele malen af voordat ik in een onrustige slaap val.

De volgende morgen ben ik blij dat we al in de ochtend welkom zijn bij Mitchell in het ziekenhuis. Maar eerst loop ik even naar de buurman om te bedanken. Evenals op een later moment de andere buurman. Aan beiden heb ik veel steun gehad.

In het ziekenhuis was er nog even sprake dat Mitchell naar een afdeling moest, maar mag dan gelukkig toch in zijn ‘eigen’ kamer op de trauma-afdeling blijven.

Jos en ik lopen de kamer in van Mitchell. De kamer die nog 5 dagen zijn thuis zal gaan zijn. Beiden geven we Mitchell een hele dikke knuffel. Gelukkig valt er ook iets te lachen… maar daarover vertel ik in de volgende blog.

Reactie plaatsen

Reacties

Sylvia
2 jaar geleden

Zo heftig weer om het te lezen, zal aan de ene kant ook best weer moeilijk zijn om het op te schijven. Aan de andere kant kan het verwerkende werken.
Heel veel sterkte

Code zwart mam
2 jaar geleden

Het is de 23e alweer 4 jaar geleden dat dit heeft plaats gevonden Sylvia. Daar zou ik (en Mitchell ook) een paar jaar geleden nog niet eens aan gedacht hebben.
Dank je! Lieve groet, Linda

Corry van der Elst
2 jaar geleden

Lijkt me vreselijk dit me te maken. Zelf vanuit de hulpverlenende kant al wel meegemaakt en dat is al pittig. Diep respect voor jou en Jos en top dat je het aan het "papier" kunt toe vertrouwen. Sterkte voor jullie alledrie komende tijd

Code zwart mam
2 jaar geleden

Zo hebben wij diep respect voor jullie kant; de hulpverlening. Dank je!
Lieve groet, Linda

Tineke Wolsink
2 jaar geleden

Wederom indrukwekkend
Raakt me diep.

Code zwart mam
2 jaar geleden

Dank voor je reactie Tineke!
Lieve groet, Linda

Petra
2 jaar geleden

Pfff heftig weer Lin .... zit weer met tranen in mijn ogen.

Code zwart mam
2 jaar geleden

Och lieve Petra... Dikke knuf van mij!