Blog 4 Naar huis!
Het is de eerste dag na wat wij ‘het ongeluk’ zijn gaan noemen. We lopen nog wat zoekend door de gangen van het grote ziekenhuis. Wanneer we de kamer van Mitchell binnenlopen geven we hem natuurlijk direct een dikke pakkerd. Hij verteld over hoe hij geslapen heeft en hoeveel pijn de wond doet. Mitchell verteld dat er een psycholoog en psychiater aan het bed zullen komen. Wanneer zij binnenkomen gaan Jos en ik naar beneden om even een broodje te eten.
Nadat we ons broodje hebben verorberd, ga ik wat vriendinnen bellen. Ik selecteer 1 vriendin uit de vriendinnengroepsapp uit ons dorp, als contactpersoon voor de anderen. Omdat ik niet wil dat de wanhoopsdaad een eigen leven gaat leiden, ben ik volledig transparant naar haar. Ik kan niet voorkomen dat ik af en toe nog met bibberende stem praat door alle emoties.
In andere plaatsen waar we in het verleden hebben gewoond heb ik een paar hele goede vriendinnen, waarvan ik er sommigen al 40 jaar ken. Ook hen stel ik telefonisch op de hoogte. Bij 1 van hen laat ik even mijn tranen de vrije loop. Jos licht op een later moment het MBO College in.
Onze familie hadden we de vorige avond in de wachtruimte al op de hoogte gesteld echter wel via onze familieapp. Dit omdat we toen nog niet in staat waren om hen persoonlijk in te lichten over het hele gebeuren. We vonden dat zij toen als eerste op de hoogte gesteld moesten worden. Mijn zus belde me na de door ons gestuurde app. We stonden in de lift toen mijn telefoon ging. Gek eigenlijk dat je dit soort details nog kunt herinneren, terwijl ik bewijze van spreken ‘gisteren al niet meer weet wat ik gegeten heb’. Maar dit terzijde. Ondanks dat ik aan het vechten was tegen de steeds opnieuw opkomende tranen, voelde de steun van mijn zus die avond, natuurlijk erg goed.
Wanneer we weer terug komen op de kamer van Mitchell verteld hij ons hoe het gesprek ging met de psychologen. Wanneer Mitchell ontslagen wordt uit het ziekenhuis zullen we naar de crisisdienst moeten. Wij vertellen Mitchell dat we zijn hypnotherapie hebben afgebeld. Dan verteld Mitchell dat zijn hypnotherapeut al tegen hem had gezegd ‘geen rare dingen te doen’ terwijl hij nog bij haar in behandeling is. Ondanks ik daar behoorlijk ontzet over was heb ik daar niets mee gedaan. Ik vroeg mij toen wel al meteen af waarom ze ons als ouders niet heeft benaderd (één van ons bracht en haalde hem) of een collega zorgmedewerker omdat zij dus blijkbaar wel al vermoedens had in die richting.
Om de zoveel tijd komt er een verpleger de bloeddruk e.d. opmeten. Omdat Mitchell nog pijn heeft, vraagt de verpleger dan ook of hij diclofenac en paracetamol wil. Deze vraag is een rode draad geworden. De verpleger, die overigens ontzettend lief en heel begaan is met Mitchell, stottert namelijk nogal. Diclofenac en paracetamol zijn dan natuurlijk best lastige woorden. Wanneer de verpleger voor een zoveelste keer bij ddddiclofenac en ppppparacetamol hapert kijkt Mitchell zijn vader vluchtig aan. Ik zie dat Mitchell met alle macht zijn lachen probeert in te houden, maar kan niet voorkomen dat hij toch even een lach op zijn gezicht krijgt. De verpleger gaat vrolijk door met waar hij mee bezig is. Tot op de dag van vandaag, kunnen we hier nog steeds om lachen. We zijn allang blij dat we überhaubt nog kunnen lachen.
Tijdens één van de dagen op de ziekenhuiskamer gaat mijn telefoon. In mijn schermpje licht de naam van mijn dierbare vriendin op. Wanneer ik opneem, merk ik dat zij het wel wat moeilijk vindt maar vraagt dan toch of ze langs ‘mag’ komen met haar zoon. Mitchell en haar zoon kunnen ook goed met elkaar overweg. Dus ik leg de vraag bij Mitchell neer en hoop stiekem dat ook hij hier naar uitkijkt. Mitchell kan dit zeker waarderen en geeft dan ook akkoord.
Driekwartier later vallen vriendin en ik elkaar in de armen. Beiden hebben we de tranen in de ogen staan. Wat vind ik het fijn dat ze er zijn! In het begin is het misschien nog wat onwennig, maar al gauw wordt het gewoon gezellig.
Elke avond gaan we na het avondeten van Mitchell naar huis. Omdat we eigenlijk niet aan boodschappen doen toekomen en ik al helemaal geen zin heb om nog te gaan koken stoppen we op de terugweg bij een eetgelegenheid langs de weg en nuttigen daar ons avondeten. We gaan dan aan een tafeltje aan het raam zitten. Beiden merken we, dat we in een soort bubbel zitten.
Dan breekt de dag aan dat Mitchell na 5 dagen in het ziekenhuis te zijn verbleven, naar huis mag. Beneden bij de apotheek halen we nog wat spullen om zijn gips tegen het water te beschermen, zodat Mitchell thuis kan douchen. Voordat we naar het ziekenhuis gingen had ik in de huiskamer een bord met ‘welkom thuis’ opgehangen, want we zijn natuurlijk heel blij dat hij lekker mee naar huis mag.

Mitchell vindt het wel wat spannend om ons huis in te gaan, geeft hij al aan in de auto. Heel begrijpelijk natuurlijk. We proberen hem een beetje te laten ontspannen, door te zeggen dat er van het hele voorval niets meer te zien is. Voor de deur vragen we aan hem: “ben je er klaar voor?” We wachten geduldig tot hij zijn voet over de drempel zet.
Er worden bossen bloemen bezorgd van familie uit Bussum en van Jos zijn werk en voetbalelftal. Onze lieve buurvrouw geeft een tasje met spulletjes af voor Mitchell. Wij hadden al kaartjes door de bus gekregen met sterkte wensen en er volgden meerdere kaarten per post. Mitchell kreeg door de brievenbus een tekening van een buurmeisje, zo ontroerend. De tekening hangt nog steeds aan zijn boekenkast. Wat wordt er meegeleefd en wat doet deze steun ons alle drie goed.
We moeten naar de crisisdienst en Mitchell wordt op een wachtlijst geplaats bij de GGZ. Vele en vooral lange wachtlijsten zullen er nog gaan volgen…
Voor het eerst ben ik blij dat ik zelf niet meer kan werken. Hierdoor kan ik er ten alle tijden en er helemaal zijn voor Mitchell.
Het is mooi weer en ik zit in de tuin wanneer ik een telefoontje krijg van de mentor van Mitchell. Hij steekt direct van wal door te zeggen dat zij ‘de hand in eigen boezem steken’. Na de vraag of Mitchell na de zomer terugkeert naar school, antwoord ik pijlsnel “nee”. We maken een afspraak voor een eindgesprek op school. Hierover vertel ik meer in een volgende blog.
Mitchell en ik gaan elke dag wandelen in het bos, aangrenzend aan onze straat. Wanneer er mensen aan Mitchell vragen waarom hij in het gips zit, merk ik die eerste keer dat hij door deze vraag wordt overvallen. ‘Een ongeluk’ zeg ik gauw. We spreken af dat hij tegen vreemden gewoon kan zeggen, dat hij een gebroken arm heeft. Hij hoeft tenslotte aan niemand verantwoording af te leggen.
Het samen wandelen doet hem een hele tijd goed en hij praat veel, ook over het ‘ongeluk’. We denken dat het vanaf hier alleen maar beter kan gaan omdat je niet dieper dan diep kan. Wat hebben we ons hierin enorm vergist… De paniekaanvallen en het enorm zware lijden gaat nog beginnen…
Volg ons via facebook
Laat een reactie achter op deze pagina of bij de pagina reacties
Wil je geen blog missen? Vul dan hier het formulier in en krijg je 1 x per maand een link in je mail naar de nieuwe blog.

Reactie plaatsen
Reacties
Stoere knappert 👍trots op jullie alle 3💪😘
❤️🥰
Zo stoer, en toch zo kwetsbaar.
Zo fijn dat jullie met z'n drieën een eenheid vormen om dit te dragen. Het kent positieve en negatieve dagen. Petje af voor jullie, Kanjers
Dank voor je mooie woorden Sylvia! 😘
Hulde aan jullie alle drie. Zelfmoord, de pogingen en de gedachten blijven zo'n tabboe terwijl de zwaartte minder wordt als je het deelt. Jullie zijn zo'n sterk gezin, en sterke individuen, stuk voor stuk. Ik gun jullie alle drie alle kracht toe om verder te gaan!
Dank voor je krachtige, lieve en steunende woorden Amber!
Lieve groet van ons 🥰
Wat een ongelooflijk verdrietige zware tijd voor jullie alle 3. Iedere keer krijg ik kippenvel bij het lezen. Ik wens jullie alle voorspoed en geluk🍀
Dankjewel Maria-Jeanne
Lieve groet, Linda
Weer zo goed omschreven en alle pijn en verdriet van jullie lees het weer met tranen in me ogen. Hou van jullie ♥️💋♥️
Jij en Jus zijn een grote steun geweest in het z.h. Dat zal ik never nooit vergeten! Wij zijn al 34 jaar vrienden en zullen echte vrienden blijven voor het leven... We love you too! ❤️❤️❤️