Eindelijk is de nieuwe therapie voor Mitchell begonnen. Deze is meer gericht op het stukje autisme. We stappen in de auto en rijden naar Almere. Natuurlijk rijd ik weer eens verkeerd en begin te mopperen. Mitchell, die ondanks al zijn stress wel altijd kalm blijft, zegt me dat ik aan de overkant van de dreef moet zijn. Ondanks dat ik altijd ruim op tijd weg ga van huis en we dus nog op tijd zijn, druk ik toch enigszins verhit op het knopje voor het openen van de slagboom.
Ja, in zulke situaties kan ik ronduit mopperen en stressen als ik verkeerd rijd. Komt dit doordat ik mezelf fysiek totaal niet goed voel, of ligt het aan mijn karakter? Ik denk dan toch een combinatie van beiden.
Jos heeft van zijn werkgever alle ruimte gekregen om mee te kunnen naar wat voor hulp dan ook voor Mitchell. Hierdoor gebeurt het, dat Jos ook weleens Mitchell wegbrengt.
Sowieso brengt Jos elke woensdagavond Mitchell naar karate. Af en toe ga ik mee. Ik sta of zit dan te glunderen van trots. Wow, wat kan hij het al goed. Dat zal ook te maken hebben doordat Mitchell privéles krijgt van Sensei, de karateleraar. Dit omdat Mitchell niet in een groep wil, of eigenlijk gewoon niet kan.

Vandaag moeten we naar de ouderbijeenkomst van zijn therapie. We nemen plaats met een lege stoel tussen ieder duo in, i.v.m. met de Coronarestricties. De één zit er voor zijn of haar partner, de ander voor hun kind. Er wordt heel duidelijk uitgelegd hoe het in het hoofd werkt van iemand met autisme. Wij leren aan de hand van tekeningen op het grote scherm dat de verwerking in het brein gewoonweg langer duurt, dan voor iemand zonder autisme. Al hebben wij ons al eerder verdiept in autisme, is het toch allemaal verhelderend. Uiteraard wordt er ook gelachen in de groep, dit kan ook niet anders als Jos erbij is.
Door de Coronapandemie is Mitchell erachter gekomen dat het wel héél fijn is om zijn therapie online te kunnen doen. Begrijpelijk wel, omdat hem het reizen alleen al veel energie kost. Ja, ook als ik de weg inmiddels wel weet en niet mopper. Mitchell heeft geregeld om voorlopig de therapie online voort te zetten.
Zelf loopt Mitchell te mopperen dat hij al vroeg in de ochtend het getetter hoort vanaf de zolder, waar Jos vergaderingen heeft via ‘Teams’ op thuiswerkdagen. Jos verkast hierdoor maar naar beneden, de bij-kamer in met zijn laptop.
Op een dag komt er via Jos z’n directeur, een oud medewerker van het Dolfinarium voor Mitchell. Al vanaf zijn 5e jaar roept Mitchell dat hij dolfijnentrainer wil worden. Een paar jaar verdween deze voorkeur naar de achtergrond, om nu weer naar boven te komen drijven.
Al is Mitchell nog lang niet toe aan werken, we zijn blij dat Mitchell in ieder geval wel alweer nadenkt over een toekomst voor hemzelf.
Deze dolfijnenman heeft 7 jaar in het Dolfinarium gewerkt als trainer en daarnaast ook zieke dolfijnen verzorgd. Vlak voor de man komt moet Mitchell overgeven en hij redt vanuit zijn slaapkamer de toiletpot in de naastgelegen badkamer net niet. Vlak voor de pot ligt zijn lunch, zal ik maar zeggen. Kort erop gaat de bel. Jos is ook thuis, doet open en ik hoor hem de man groeten. Ondertussen poets ik de laatste sporen weg die nog te zien zijn voor het toilet. Dan spoed ik naar beneden en kan nog maar net voorkomen dat ik niet van de trap kukel.
Ik loop de woonkamer binnen alsof er niets aan de hand is, steek mijn hand op als groet naar de man en geef hem een bakkie koffie.

De ‘dolfijnenman’ begint te vertellen en is heel eerlijk. Hij verteld dat er inmiddels een leidinggevende in het Dolfinarium zit, die veel meer naar diploma’s kijkt als je daar wilt komen werken. In zijn tijd werd er veel meer naar de mens zelf gekeken. De kans dat je er zonder papiertje aan de slag kunt is klein. De 'dolfijnenman' zegt wel dat Mitchell in ieder geval een man is, voldoende lengte, en daarnaast een ‘goede kop’ heeft. Dit zien zij graag en is een voordeel. Tevens adviseert hij Mitchell, om zeker ook een plan B te bedenken. Met die woorden zijn Jos en ik erg blij. Dit hebben wij namelijk ook al herhaaldelijk aangegeven bij Mitchell. Toch komt het altijd ‘anders’ binnen wanneer iemand die veel verder van ons afstaat, dit zegt. De ‘dolfijnenman’ neemt uitgebreid de tijd om alle leuke maar ook de minder leuke dingen van het werk te bespreken.
Mitchell is bekaf als we de dolfijnenman uitlaten, maar hij vond het een heel fijn gesprek. Mitchell bedankt hem dan ook hartelijk.
Het is een periode dat Mitchell vaker misselijk is en moet overgeven. Opnieuw volgen er allerlei doktersafspraken. Mitchell heeft veel en vaak last van zijn maag en krijgt daardoor mentaal ook weer een terugval. In een berichtje wat ik op de facebookpagina van ‘113 zelfmoordpreventie’ las, werd dit zo mooi verwoord: Het zijn de triggers die het luikje doen openen. Zo gaat het ook bij Mitchell. De luikjes sluiten of staan nog op een kier als het beter gaat en openen wanneer er weer triggers zijn. De donkere gedachten komen bij een open luikje dan ook snel weer op bij Mitchell.
Mitchell zegt steeds vaker zijn karate-les af en uiteindelijk stopt hij er helemaal mee, vlak voordat hij examen mag doen voor inmiddels al de groene band. Mitchell is weer flink in gevecht met zichzelf.
Wanneer ik op een middag de mand met schone was de trap op sjouw, komt Mitchell zijn kamer uit. Dan spreekt hij de woorden naar waar ik de website heb genoemd: “Mam, het is geen code rood meer, maar code zwart, ik weet niet hoe lang ik dit nog ga volhouden”. Zijn lijden voel ik in elke vezel van mijn lijf. Ik voel me zó verdrietig en machteloos. We staan een hele poos op de overloop te praten. Ondertussen kraak ik mijn hersens. Moeten we de crisisdienst niet bellen? Het praten doet hem gelukkig wel goed, al kan ik zijn lijden natuurlijk niet stoppen. Wanneer hij voelt dat de nood hoog is, chat hij gelukkig nog steeds met 113. Dit helpt Mitchell nog altijd.
De periode van het misselijk zijn en moeten overgeven gaat ook weer voorbij. Al komt deze herhaaldelijk terug. Inmiddels hebben we het over EMDR therapie gehad en Mitchell bespreekt dit met zijn therapeute. Jos en ik denken dat dit wel eens zou kunnen werken. Mitchell zegt, net zoals ik overigens, geen last te hebben van ‘het ongeluk’. Al was deze wanhoopsdaad zéér heftig. Wel denken we, dat Mitchell in zijn schoolperiode en dan voornamelijk in zijn MBO periode, één of meerdere trauma’s heeft opgelopen. Heel verrassend is het niet wanneer Mitchell weer op een wachtlijst komt. Deze keer dus ook voor EMDR therapie.
Wanneer we weer voor dezelfde slagboom staan als een tijd geleden, zegt Mitchell het niet te kunnen begrijpen dat er een spoorbaan vlak naast het GGZ gebouw ligt. We stappen de auto uit, doen onze mondkapjes op en Mitchell meldt zich aan. Vanuit de wachtkamer worden we opgehaald en volgen keurig de route met ‘Coronapijlen’ op de vloer naar een spreekkamer.
In deze kamer staat echter het raam open. Ik zie dat Mitchell zich totaal niet kan focussen op wat de medewerkster uitlegt. Al snel vraagt Mitchell haar of het raam dicht mag? Nee, dat mag niet. Daar heb je weer een Coronamaatregel. Mitchell zegt ook tegen haar, dat hij het dus niet begrijpt dat aan dit gebouw aan de ene kant een spoorlijn en aan de andere kant een hele drukke dreef ligt. Ja, hij heeft hier zeker wel een punt.
De medewerkster gaat kijken of er een andere spreekkamer vrij is, welke rustiger ligt. Even later verkassen we dus naar een andere kamer. Wanneer alles uitgelegd is hoe EMDR in zijn werk gaat, stapt Mitchell doodop de auto weer in. Wanneer de therapie gaat beginnen is dan nog niet duidelijk.
Ik start de auto, ga de slagboom onderdoor en we zeggen beiden niks meer. Op de automatische piloot rijd ik de snelweg op en rijd eigenlijk net iets te hard weer terug naar ons dorp. We willen beiden maar één ding… naar huis!

Reactie plaatsen
Reacties
Weer met kippenvel gelezen lieverds 😘❤️
❤️🥰
Was weer heftig & onthullend!!
Begrijpelijk, wanneer je dit zo leest...
Dank voor je berichtje!
Opnieuw weer kippenvel. Ongelooflijk hoeveel energie dit vraagt van jullie alle drie.
Ja, het kost ons alle drie energie...
Dank voor je berichtje Sylvia!
O linda wat kost dit veel energie .ik krijg er kippenvel van .
Ja, dat klopt idd. Dank voor je berichtje Carin.
Hartelijke groet, Linda