Vandaag heeft Mitchell een afspraak bij de kapper. Ik ga verse groentesoep maken maar ben de soepstengels vergeten, welke de mannen zo lekker vinden bij soep. Daarom vraag ik of Mitchell even de supermarkt in wil om deze te halen voor mij, omdat hij er toch langs komt als hij naar de kapper gaat. Hij mompelt iets en ik verwacht eerlijk gezegd niet dat hij met de soepstengels thuiskomt.
Wanneer Mitchell een poosje later thuiskomt, duwt hij mij een doos soepstengels onder mijn neus. ‘Oh joh super, thanks’ zeg ik en geef ‘m een high five met de ene hand om met de andere het doosje soepstengels aan te pakken. Na mijn vraag of hij de soepstengels zomaar kon vinden, zegt hij dat dat hij een medewerker heeft gevraagd waar deze stengels lagen. Wow zeg, dat zijn weer nieuwe overwinningen!
De volgende dag heb ik een plannetje gesmeed om eindelijk naar ‘Bataviastad’ te gaan, wat al langer op de planning staat. Inmiddels liggen er nog precies twee spijkerbroeken in de kast van Mitchell, waar geen grote slijtplekken in zitten. Omdat hij ook echt een warme winterjas nodig heeft waar alles heel aan is, vraag ik Mitchell om even op de bank te komen zitten. Ik stel hem voor om e.e.a. in de agenda te zetten, alsof we een afspraak hebben. “Net zoals je naar de GGZ moet, prikken we een dag om naar ‘Bataviastad’ te gaan, oké?” vraag ik hem met mijn agenda op schoot. Yep, ik gebruik nog ouderwets een papieren agenda.
Het is een week later en ik vraag me in de ochtend af, of de ‘afspraak’ naar ‘Bataviastad’ door zal gaan. Het is maar een kwartier rijden bij ons vandaan. Bij een mondelinge afspraak, is het al twee keer eerder gebeurd, dat hij er uiteindelijk toch nog niet klaar voor was en we daarom dan alsnog niet gingen. Dan hoor ik hem boven rommelen. Wanneer hij beneden komt en ik informeer of ‘de afspraak’ doorgaat, zegt hij “Ja, als ik heb ontbeten, kunnen we weg”. Okeee!
In de auto babbelen we wat en ik laat de muziek maar uit. Als hij muziek wil, zet hij deze altijd zelf aan. Als we het parkeerterrein bij ‘Bataviastad’ oprijden zien we dat er toch al best veel auto’s staan. Ik parkeer mijn auto op een piepklein plekje wat nog vrij is en moet mijzelf echt uit mijn auto wurmen. Mitchell heeft iets meer ruimte. Ik mopper dat de andere auto aan mijn kant ook zowat in ‘mijn’ vak staat. Maar goed, we staan daardoor wel dicht bij de ingang. Vlak voor de ingang staan echter twee motoren die keihard beginnen te ronken. En maar gas geven, terwijl de motorrijders ernaast staan.
Dit geluid geeft Mitchell direct wat stress, dus hij versnelt zijn passen en loopt zo het terrein op. We hoeven alleen de hoofdstraat uit te lopen en dan kom je zo voor de winkel uit waar we moeten zijn. Overal staan al kerstbomen en hangen er lichtjes waar normaal gesproken Mitchell ook van kan genieten. Echter, nog niet halverwege horen we een cirkelzaag krijsen. Hoe is het toch mogelijk… er wordt een pand verbouwd. Mitchell zet zijn capuchon op en versnelt opnieuw zijn passen, welke ik niet kan bijhouden haha. Even later houdt hij weer in totdat ik weer naast hem loop. Mitchell heeft spijt dat hij zijn koptelefoon met ‘noise cancelling’ niet heeft meegenomen.
In de winkel worden we begroet en we lopen direct naar de achterzijde van de winkel, waar de jeans hangen. Een aardig jongeman gaat Mitchell helpen. Mitchell kijkt me even vragend aan als de medewerker vraagt welke lengtemaat hij heeft. Na mijn antwoord gaat hij op zoek naar de juiste maten van twee broeken die Mitchell heeft uitgezocht. We lopen naar de pashokjes en ik loop in de tussentijd maar een beetje heen en weer. Op een gegeven moment loop ik naar zijn pashokje om te vragen of hij al een broek aan heeft. “Ja mam, ik heb er al één aangehad die goed is, en deze is ook goed” zegt hij over de tweede broek die hij nu aan heeft. “Hier”, roept hij en steekt de eerste jeans langs het gordijn van het pashokje om deze even aan mij te geven. Oké, dat ging lekker snel.
Nu nog een jas. Dat is wat lastiger. Bij een grijze jas, die hem erg leuk staat, zit geen capuchon. Dat gaat ‘m niet worden, want dit is wat Mitchell wel wil.
Na nog een donker grijze jas te passen met capuchon, komt de medewerker er weer bij staan. Hij zegt dat Mitchell eigenlijk twee maten heeft. Dit klopt helemaal. Door zijn sporten, heeft Mitchell enorm brede schouders, maar hij is slank bij zijn taille. De medewerker zegt nog een soortgelijke jas te hebben als de grijze, maar dan in het zwart. “Ja zwart vind ik mooi en die wil ik wel zien” geeft Mitchell aan. En zo verdwijnt de medewerken naar ‘achteren’ om deze jas te halen. Mitchell trekt de jas aan, gaat voor de spiegel staan en zegt: “dit wordt ‘m hoor”.

Nadat Mitchell heeft afgerekend en we weer buiten voor de winkel staan, vraag ik wijzend naar het pand naast de kleidingzaak of hij misschien iets wil drinken. Hmm… uhm, zijn de termen die hij uitkraamt en ik zeg hem dat het ook oké is als hij liever naar huis wil. Dan zegt hij best wel overtuigend “ja, we gaan het doen, als het druk is draaien we wel weer om”. Erachteraan voor de zekerheid nog even vragend ‘oké?’ Ik vind dit helemaal prima en we nemen dus de roltrap naar boven.
Ik pak een dienblad en zie Mitchell de omgeving ‘scannen’. Er lopen best wat mensen rond. Toch vraag ik wat Mitchell wil drinken. Hij ziet de smoothies staan en neemt even de tijd te kiezen welke smaak. Bij de koffie-afdeling zie ik dat er een rij staat en omdat ik thuis toch al een bakkie had genomen, besluit ik een chocomelk uit de koeling te pakken. Nee, iets lekkers hoeft Mitchell niet. We lopen naar de kassa en ik zie dat aan het raam een tafeltje vrij is. Ik stel hem voor om vast naar dat tafeltje te lopen, voordat een ander deze inpikt.
We nemen plaats en zie ik dat Mitchell niet meer kleur heeft gekregen dan dat hij in de winkel had, nogal witjes dus. Hij kijkt een tijdje om zich heen het restaurant in om daarna pas naar buiten te staren. “En?” vraag ik. “Hoe smaakt de smoothie?” Deze vindt hij gelukkig lekker. Als ik mijn chocomelk dan ook op heb, breng ik zelf maar even het dienblad naar de afruimband en nemen we de roltrap terug naar beneden.
Op de terugweg in de auto zegt Mitchell het alleen wel lastig te blijven vinden als mensen hem aankijken. Dus gewoon als we aan het tafeltje zitten en er mensen langslopen denkt Mitchell dat ze hem maar raar vinden. Ik zeg nog dat de jonge vrouw met het kleine kindje juist heel vriendelijk naar Mitchell glimlachte. ‘Dat doet zij echt niet als ze jou een rare gast vindt hoor’ druk ik hem op zijn hart. Ik klop even op zijn been en zeg erbij dat hij het top heeft gedaan, dit een hele grote stap was, waar ik dan ook heel trots op ben. Ik kijk opzij en zie een glimlach op zijn gezicht.
Mitchell benoemt nog wel even dat hij het wel volhoudt en niet in paniek schiet door de ‘Ritalin’ die hij vanochtend heeft ingenomen. Zelf denk ik dat het toch ook de ondersteuning is van de ‘Buspiron’. Maar het maakt me helemaal niets uit. Met ondersteuning van welke van de twee medicaties dan ook, hij heeft dit allemaal maar mooi gedaan! Hier typt een hele blije en vooral hele trotste moeder op haar toetsenbord om dit alles te schrijven.
Wil je een reactie plaatsen op deze blog 28: Graag hieronder bij 'Reactie plaatsen' een berichtje plaatsen. (Voor algemene reacties kun je naar de pagina 'Reacties')
Volg ons op facebook
Reactie plaatsen
Reacties
Wauw.... ik snap dat je trots bent💪
🥰
Hoi , hoi had een paar blogs gemist, vanaf progressie.
Wat een progressie maakt Mitchell, knap zeg! En soms is het krommentenend om te lezen wat toch nog goed afliep bij de psycholoog😉
Ok, dan ben je nu helemaal bij. 😉
Ja, zeker knap! Helaas is dat soms wel een dingetje, maar het liep idd goed af. Dank Karin ❣️
Ik lees het laat. Maar hé dit is toch wel heel positief. Ronkende motoren, cirkelzaag, veel mensen, en even alleen zitten. Chapeau. Terecht dat je dan als moeder super trots bent op deze.stappen.
Er zijn nieuwe lezers die helemaal vanaf blog 1 beginnen, dus wanneer je leest maakt niets uit hoor.
Zeker positief en ik kan idd dan ook niet anders dan heel trots zijn Syl. Thnx!